Hoewel de gegevens over de begintijd van Hervormd Ouddorp als zelfstandige gemeente onderling verschillen, kunnen we gevoeglijk aannemen, dat sedert eind 1594 te Ouddorp een zelfstandige Hervormde Gemeente bestond. Toen in 1572 de Watergeuzen Den Briel innamen zetten zij spoedig daarna, nog in datzelfde jaar voet aan land op de eilanden Goeree en Overflakkee. De pastoor van Goeree, Jacob Doense nam de vlucht toen de stad door de Watergeuzen werd ingenomen. De Reformatie verspreidde zich nu over het gehele eiland en had ook zijn invloed in het “Oude Dorp”, dat door de opkomst van Goedereede als stad wat in de schaduw hiervan was geraakt. Dit in tegenstelling tot de vroegere Roomse tijd, waar het juist andersom was.
Op 10 april 1574 werd de eerste Classicale Vergadering gehouden te Brielle. Hier treffen wij als predikant van Goeree en Ouddorp aan Ds. Adriaan Allardi Janssen, een gewezen monnik. Het ging met deze eerste predikant niet naar wens. Hij kon zich moeilijk voegen in het kerkelijk bestel en ook was hij inzake de leer niet aanvaardbaar. In 1577 werd hij door de overheid in tegenwoordigheid van de wethouders afgezet. Hij werd opgevolgd door Ds. Adrianus Johannis. Deze heeft gedurende 16 jaren (1577-1593) beide gemeenten bearbeid. Helaas ook niet tot volle tevredenheid, zowel van de zijde van de Goereese als van de Ouddorpse gemeenteleden. Men wilde te Ouddorp deze predikant van Goeree kwijt teneinde te komen tot zelfstandigheid. Een kerkenraad was er nog niet, zodat oktober 1592 de baljuw zich verstond met Schout en Schepenen om een gezamenlijk schrijven te richten aan de Classis van Brielle met het verzoek dat Ouddorp apart een predikant mocht hebben, daar deze plaats niet goed door Ds. Adrianus Johannis bediend werd. De Classis kwam niet gauw tot een besluit. In 1594 wilde Ouddorp niet langer wachten. De Ouddorpers lieten hun oog vallen op Ds. Ysbrandus te Bommenede. De Classis gaf hiervoor echter geen toestemming. Daarna deed zich een schoolmeester uit Poortvliet voor, Jacobus Cornet, die voor de Classicale Vergadering een proefpredikatie hield over Lukas 1 vers 9. Deze prediking viel goed in de smaak en daarom werd besloten dat hij zich zou laten horen te Ouddorp. Dan konden de broeders aldaar zelf oordelen en kon hij de plaats bezichtigen. Zo gezegd, zo gedaan. Een en ander heeft een goed verloop gehad, zodat Ouddorp in 1594 een zelfstandige gemeente werd. Jacobus Cornet werd in mei 1595 bevestigd als eerste predikant van de Hervormde Gemeente van Ouddorp. Na hem kwamen en gingen vele anderen, zodat een respectabele lijst van 36 predikanten (t/m Ds. D. Zoet) ontstond. Opmerkelijk is het dat Ouddorp aanvankelijk een proponents (=kandidaats) gemeente was. Van de eerste elf predikanten staat alleen van Ds. C. Dammannus vast, dat hij als dominee naar deze gemeente kwam (1601). De andere tien zijn hier als kandidaat in het ambt bevestigd.
Beroemde dominees hebben in Ouddorp niet gestaan. Maar wel een paar, wier namen niet geheel en al in het vergeetboek zijn gekomen. Dit is bijvoorbeeld het geval met de genoemde Ds. Dammannus. In de tijd van de godsdiensttwisten met de Remonstranten ontpopte hij zich als een overtuigd contra-remonstrant. Daardoor werd de Hervormde Gemeente van Ouddorp middelijkerwijs bewaard voor Remonstrantse invloeden. Ds. Wessel Pretorius, van 1639-1653 predikant alhier is de stamvader van het Zuidafrikaanse geslacht der Pretoriussen. Deze familienaam leeft nog voort in de naam van de Zuidafrikaanse stad Pretoria, gesticht in 1855. In Ouddorp kent men thans de Pretoriuslaan, genoemd naar deze predikant. Dat de afscheiding van 1834 in Ouddorp niet veel aanhangers kreeg is mede veroorzaakt door het 46(!)-jarig verblijf van Ds. A.G. van Dijkhuizen in onze gemeente (1818-1864). Deze predikant verwierf ver buiten dorp en eiland bekendheid. Niet alleen omdat hij omstreeks 1825 een gezocht prediker was, die veel beroepen ontving, maar vooral omdat hij later in geschrifte – speciaal door middel van preken – van zich deed horen. Ds. van Dijkhuizen was een aanhanger van de “Oude Waarheid”. De terugkeer van de Hervormde Kerk tot haar oude belijdenis was iets waarop hij vurig hoopte en waarnaar hij streefde. Maar voor twistgeschrijf en bekvechterij voelde hij niets. Voor afscheiding nog minder. Hij zag alleen heil in de weg van een getrouwe Woordbediening. Vandaar dat er veel preken van zijn hand in druk verschenen.
Tot 14 februari 2010 maakte de Hersteld Hervormde Gemeente gebruik van de Dorpskerk in de kern van Ouddorp.
In 2005 zijn de kerkelijke archieven van de Hervormde Gemeente van Ouddorp (tot 1 mei 2004) in bewaring gegeven bij het Streekarchief Goeree-Overflakkee in Middelharnis. De archieven worden daar bewaard onder goede klimatologische omstandigheden en kunnen in de studiezaal aldaar makkelijk geraadpleegd worden.
In overleg met de kerkenraad is bepaald dat het archief tot aan het jaar 1900 openbaar is. In totaal gaat het om zo’n 200 jaar archief, want het oudste archiefstuk – een rekeningenboek van de diaconie – begint in het jaar 1700. Als u stukken van na 1900 wilt raadplegen, kunt u daarvoor contact opnemen met de scriba van de kerkenraad (zie contact). Al naar gelang het doel van uw onderzoek krijgt u wel of geen (schriftelijke) toestemming.